Ik denk dat heel veel vrouwen het probleem wel kennen dat ze ‘s ochtends voor hun kledingkast staan en geen idee hebben van wat ze aan zullen doen. Ik ben totaal geen ochtendmens, dus van zo’n twijfelsessie voor mijn kledingkast word ik extra chagrijnig. Vaak betrap ik me er dan op dat ik voor mijn ‘oude favorieten’ ga en voor veel simpele basics. Met als gevolg dat ik een paar uur later (als mijn ochtendhumeur is weggezakt) zoiets denk als “meh, weer lekker saai, dit had toch veel beter/leuker gekund?”
Daarnaast ben ik sinds dat ik mijn eigen kleding naai, veel bewuster geworden van kleding. Ik heb meer oog voor bepaalde stijlen, kleuren en stoffen. Details die ik eerder niet zag, vallen me nu wel op.
Vanwege deze twee punten, besloot ik me te verdiepen in wat ‘mijn stijl’ is. Ik gebruikte daarvoor het Wardrobe Architect project van het Collete blog. Door de vragen en de worksheets werd ik geïnspireerd om op een heel andere manier naar mijn kleding te kijken.
Het verleden
Laten we eerst een stukje achtergrond bekijken. Ik ben geboren in de jaren ’80, dus in de jaren ’90 werd ik me als tiener bewust van de kleding die ik droeg. Laatst hoorde ik op de radio een mooie samenvatting van de mode in die tijd. Die ging ongeveer zo: “in de jaren ’70 droegen ze dit, in de jaren ’80 dat, en in de jaren ’90 was gewoon alles lelijk”. Wat ik me vooral herinner van de middelbare school is dat meiden in strakke heupbroeken en naveltruitjes liepen. Kijk maar eens naar wat de Spice Girls toen droegen en lach je helemaal blauw :)
Ik vond dat verschrikkelijk, maar daarnaast was ik als puber ook erg onzeker over mijn uiterlijk en wilde mijn lichaam zo veel mogelijk verstoppen. Dus ik besloot me zoveel mogelijk tegen de naveltruitjes af te zetten en ging richting de alternatieve look. Eerst vooral skaterachtig, en wat later richting gothic. Ik hield enorm van de muziek die erbij hoorde, en ik haalde mijn kledinginspiratie bij bands die ik leuk vond. Dat was eigenlijk vooral… wijde mannenkleding! Ik leefde me ook helemaal uit qua haarkleur en heb zo ongeveer de hele regenboog uitgeprobeerd (dat vond mijn moeder ook heel leuk, haha!).
Het heeft me best wel wat moeite gekost om van deze look af te komen. Niet in de zin dat ik na m’n achttiende er nog uitzag als een skater of gothic, maar omdat ik voor een nogal ongedefinieerde stijl ging. Ik kon ook maar moeilijk wennen aan kleur nadat ik jarenlang voornamelijk zwart heb gedragen.
Mijn stijl nu
Dankzij het Wardrobe Architect project ging ik op een andere manier naar mijn kleding kijken. Wat al snel duidelijk werd is dat ik me graag praktisch kleed. Ik stem mijn kleding af op het weer, maar ook op het vervoermiddel (des te hoger mijn hakken, des te groter de kans dat ik moet staan in de trein…) waarmee ik die dag reis. Ik kleed me ook wat chiquer als ik bij een externe opdrachtgever werk.
Ook moet ik me op mijn gemak voelen. Als ik iets draag dat te strak zit, of juist te wijd en zakkerig, voel ik me de hele dag verschrikkelijk. Dat geldt ook voor te ‘rare’ kleding of schreeuwerige kleuren. Kleding die in deze categorie valt, heb ik weggedaan en zal ik ook niet meer kopen. Daarentegen als ik een outfit draag die goed zit, voel me ik me erg zelfverzekerd en is mijn dag al meteen een heel stuk leuker. Maar welke outfits zijn dat dan?
Silhouettes
Het idee van ‘silhouettes’ vind ik echt briljant. Toen ik hierover las vielen er ook een heleboel puzzelstukjes op hun plaats. De Wardrobe Architect beschrijft zo’n silhouette als volgt:
“Just like the shape of each garment emphasizes certain areas of the body through ease and length, putting those garments together into different proportions also creates emphasis.”
Als je dit eenmaal hebt samengesteld, dan kun je op basis daarvan heel gemakkelijk je outfits samenstellen. Ik heb uiteindelijk zes van deze silhouettes samengesteld (met behulp van Polyvore, superhandig die site). Bij mij komt het er eigenlijk op neer dat als ik iets straks aan de bovenkant draag, dat ik iets los aan de onderkant wil, en andersom. Dat resulteert in dit soort silhouettes:
Skinny jeans (dus strak), met een losse top, een blazer en hoge hakken. Ik draag deze variant vaak. Het is het enige model broek dat ik draag, want boyfriend jeans of wijde pijpen staan me gewoon niet. In plaats van een los t-shirt combineer ik mijn skinny ook met een blouse, sweater of mouwloze top.
Een a-lijn midirok met een strakke top. Ik ben dol op off-shoulder.
Een strakke rok met een losse top. Dit kan zowel chique met pumps als lekker casual met gympen.
Een fladderig kort rokje met een strakke top. De stampschoenen geven het een lekker stoer tintje. Dit silhouette draag ik ook graag als jurkje. Dus een jurkje met een aansluitend lijfje en een uitlopende rok.
Kleuren
Ik geloof dat het jurkjes-gedeelte in mijn kast het meest kleurrijke gedeelte is. Alhoewel, ook in de zomer loop ik doodleuk in een zwart jurkje. Zomers zwart, ha! In ieder geval, ik heb de kleuren die ik draag in kaart gebracht, en vervolgens mijn “kleurenpalet georganiseerd”. Daar kwam het volgende uit:
Neutrals
(kleuren die overal bij passen):
Zwart, grijs, donkerblauw (denim) en donkerbruin.
Eigenlijk staat grijs me helemaal niet goed omdat het een koele kleur is. Donkerbruin staat me beter dan zwart, maar zwart vind ik altijd de fijne, veilige optie. Wit draag ik bijna nooit.
Nearly neutrals
(passen ook bij veel andere kleuren, maar zijn wat meer uitgesproken)
‘Rust’, bordeauxrood, olijfkleur/khaki en petrol (ziet er hier uit als lichtblauw)
Ik hou vooral van die groenige olijfkleur. Rust vind ik ook erg mooi, maar ik vind het op een of andere manier toch een gekke kleur om te dragen.
Statement colors
(voor veel visuele impact)
(Donker)groen, mintgroen, okergeel, frambozenrood/roze, en paars.
Ik moet toegeven: deze kleuren draag ik erg weinig. Ik wil ze echter wel meer gaan dragen, dus ik ga er meer op letten om meer felle kleurtjes aan mijn kleding toe te voegen.
Prints
Ik draag weinig printjes. De enige uitzondering daarop zijn streepjes, die vind ik altijd heel goed afkleden. Daarnaast heb ik een paar hemdjes met wat zomerse printjes, maar die zijn op één hand te tellen.
Mijn stijl
Door het Wardrobe Architect project werd ik aan het denken gezet over over mijn eigen stijl. Ook al kan ik mijn persoonlijke stijl niet perfect omschrijven, ik weet nu wel beter wat het wel of juist niet is.
Ik denk dat het me zeker wel gaat helpen bij het shoppen voor kleding maar ook bij het plannen voor naaiprojecten. Stoffen met vrolijke printjes zien er bijvoorbeeld prachtig uit, maar het is niet mijn stijl en ik ga ze hoogstwaarschijnlijk toch niet dragen. Ook heb ik nu inspiratie gekregen voor kledingstukken (zoals een petrolkleurig a-line jurkje) waarvan ik vrijwel zeker weet dat ik ze wel ga dragen.
Ben jij ook zoekende naar je eigen stijl of heb je alles al uitgekiend en heb je tips voor me? Ik lees het graag in de comments!
Leuk om te lezen dat je op zoek bent naar je eigen stijl. Ik ben niet gevoelig voor mode. Als het in is, maar ik vind het spuuglelijk, komt het nooit mijn kast in. En als ik iets moois vind, maar de rest niet. Draag ik het nog. Op die manier hoor ik van anderen dat ik juist een hele unieke stijl heb. Ik draag dus met gemak nog plateau zolen, maar dan meer robuust. Dus half goth, zonder de vele studs en gespen (al heb ik daar ook één van). Als ik een jurk draag, gaat dat altijd gecombineerd met stoere boots. Ik draag nooit schoenen met fijne hakken, ballerina’s of platte schoenen (m.u.v. Dr. Martens en All Starts enkel hoog model). Ik houd ook wel van harem broeken (van Desigual, niet het halve hippie achtige) en dat gaat dan weer gecombineerd met een strakker topje. Maar ik voel me ook thuis in een strakke rok en blouse à la mij.