Ik ben bang dat ik een beetje in herhaling val, want de laatste tijd is het me gelukt om flink wat stof-restantjes te verwerken tot kleding. Zoals deze vier tricot tops en deze broeken. Dit keer was mijn bak met geweven stoffen aan de beurt en ging ik voor een mouwloos topje met spaghettibandjes.
Het patroon: Grasser 595
Zoals ik al schreef bij mijn seizoensplanning: er zijn talloze patronen voor een simpel topje in omloop. Ik koos het patroon 595 van Grasser, een Russisch bedrijf. Hij kostte me slechts 3,50, wat ik een betere prijs vind voor een simpel topje dan de 12 USD die andere patroonmakers er voor vragen ;)
Bij Russische patroonmakers koop je niet een pdf-patroon waar in meerdere maten staan, maar je kiest vooraf je maat. Omdat de maten heel anders zijn, kwam ik uit op maat 44 (normaal gesproken draag ik 36/38) en ik koos daarbij de lengte 158-164. Uiteindelijk bleek dat in de lengte prima, maar in de breedte heb ik hem toch een beetje ingenomen.
Grasser heeft sinds een tijdje een Engelstalige site met Engelstalige patronen, waarvan dit er eentje is. De Engelse vertaling is niet zo fantastisch, af en toe staan er gekke zinnetjes in. Ondanks dat is het prima te volgen en was ik blij verrast over de super-uitgebreide instructies. Niet alleen wordt er stap-voor-stap uitleg gegeven inclusief foto’s, maar staan er ook talloze tips in.
Het topje bestaat uit een voor- en achterpand en een beleg. Bij de eerste versie vond ik het beleg zo gek vallen (bij een dunne stof zie je het er doorheen), dat ik een voering heb gemaakt. Dit deed ik door het topje gewoon nog een keer te knippen in een voeringstof.
Blauwe Grasser 595
De eerste versie maakte ik van een restantje van mijn Cilla-jurkje. Voor dat jurkje heb ik overigens een nieuw lijfje gemaakt, maar ik geloof dat ik nog steeds niet helemaal tevreden ben, haha!
Ik wist al dat de stof een hoog glibbergehalte had, maar gelukkig ging het knippen best goed zonder gekke verschuivingen. Het scheelt natuurlijk dat de patroondelen niet zo groot zijn. De stof is superstatisch en kleeft na 2 seconden aan mijn lichaam. Ik heb daarom een voering gemaakt van witte anti-statische voeringstof. Helaas valt ie niet zo mooi als gehoopt, maar als ik hem in mijn jeans of rokje doe valt dat al een stuk minder op.
Groene Grasser 595 met zwarte stipjes
De stof voor nummertje twee komt net zoals de blauwe top ook uit Parijs. Het is chiffon waarvan ik eerder een jurk met lange mouwen maakte. Deze stof is wat minder statisch, maar wel doorzichtig. Daarom maakte ik een voering van zwarte voeringstof.
Deze top is mijn favoriet van het drietal: hij valt mooi en ik houd van de groene kleur.
Geel/zwarte dierenprint
Halloooo Nel Pantervel! Dit is het eerste kledingstuk met dierenprint wat ik ooit heb gemaakt of zelfs gekocht. Dit was overigens geen stofrestant van mij, maar het was de laatste 85 cm op de rol bij de stoffenwinkel Karteris. Volgens mij kocht ik hem omdat ik in een bui was van “laten we eens iets heel anders uitproberen, weg uit die comfortzone!” Het is een soort crêpe met wat stretch. Voor de bandjes gebruikte ik eens niet dezelfde stof, maar kant-en-klare bh-handjes.
Ik voel me behoorlijk niet mezelf in dit topje… Ik denk dus niet dat ik hem vaak ga dragen, maar ik wist ook niet wat ik anders met het stofje zou doen. Misschien nog eens voor een verkleedfeestje als de Flintstones? Yabbadabbadoo!
Mijn drie Grasser 595 tops
De eerste twee tops ben ik superblij mee. Ze zijn leuk op een (koker)rokje of op jeans. Ook zijn ze heel goed te combineren met mijn kimono-vest. Nu ik het patroon zo heb aangepast dat hij perfect zit, ga ik hem vaker gebruiken om restjes mee op te maken. Het is het perfecte patroon als je nog zo’n driekwart meter stof hebt liggen waar je verder niets mee kunt.
Welke top is jouw favoriet?
Hallo Nel Pantervel! – Daar moest ik hard om lachen. Hoe heb je die bandjes zo netjes gekregen. Daar worstel ik altijd mee.
Ik kende de uitdrukking ook nog niet totdat iemand het zei op Instagram, en toen moest ik ook heel hard lachen :D
Voor de bandjes heb ik twee smalle reepjes met de goede kanten op elkaar gestikt, en vervolgens omgedraaid met zo’n “loopturner”. En daarna nog een keertje platgestreken om het naadje goed aan de achterkant te krijgen.
Dan moet ik duidelijk nog wat meer oefenen met bandjes. ;-) die van mij zien er lang niet zo netjes uit. Misschien ook maar eens dit patroon uitproberen. :-)