De Museumkaart is een fantastisch ding. Voor een vast bedrag mag je een jaar naar vrijwel alle musea in Nederland. Ik kan me niet echt voorstellen dat het heel erg winstgevend is voor de musea zelf, maar wanneer je als bezoeker al een keer of 3, 4 naar een (groot) museum gaat, ben je al goedkoper uit.
Omdat ik te oud werd voor m’n CJP-kaart (huilen!) kreeg ik een aanbieding voor een museumkaart. Mijn vriend deed mee en voor een jaartje probeerden we de Museumkaart uit. Hier lees je welke musea we hebben bezocht en welke ik aanraad.
Textielmuseum, Tilburg
Het eerste museum waar we naartoe gingen was het Textielmuseum in Tilburg. Dat was natuurlijk mijn idee, maar mijn vriend vond het gelukkig ook leuk. Het textielmuseum heeft allemaal interessante historische werktuigen waarmee vroeger stof werd gemaakt (geweven).
Daarnaast hebben ze tentoonstellingen die variëren. Toen wij er waren was er een tentoonstelling over damast, en een aantal kunstzinnige installaties waar textiel voor was gebruikt.
Maar wat het allerleukste was, was het textiellab. Daar zijn (moderne) weefgetouwen aan het werk en zie je het doek ‘groeien’. Daarnaast waren er nog een aantal andere machientjes die je zelf kon aanzwengelen en ter plekke waren er mensen aan het werk met een borduurmachine.
Universiteitsmuseum + Oude Hortus, Utrecht
Omdat we in Utrecht woonden, gingen we kijken welke leuke musea er in de buurt waren. In juni namen we een kijkje bij het Universiteitsmuseum, en de Oude Hortus die daarachter ligt.
Het universiteitsmuseum is een beetje een mengelmoes van tentoonstellingen. Een deel ervan gaat over het menselijk lichaam, met allemaal botten en organen op sterk water. Een ander deel gaat weer over dieren en er is een rariteitenkabinet met een verzameling van allemaal willekeurige objecten, zoals ze dat vroeger verzamelden. Ik vond het wel grappig een keer gezien te hebben. Ik zou er echter niet zo snel naartoe gaan als ik het kaartje zelf had moeten betalen. Eigenlijk denk ik dat wij niet de juiste doelgroep waren maar dat het leuker is als je met kinderen gaat.
Achter het Universiteitsmuseum zit de Oude Hortus, waar je door de verschillende tuinen kunt wandelen en een kopje koffie bij het cafeetje. Ook al zit je midden in de stad, in de tuinen is het lekker rustig en in de winter is het heerlijk warm in de kassen.
Centraal museum, Utrecht – Modetentoonstelling Uit de mode
Een ander Utrechts museum waar ik naartoe ging, was het Centraal museum. Daar hielden ze de tentoonstelling Uit de Mode. Dit keer ging ik met een collega/vriendin die ook erg geïnteresseerd is in mode, en er een heleboel over weet.
De tentoonstelling bevatte allemaal unieke kledingstukken die door de jaren heen waren gemaakt en verzameld. Ik vond het allemaal superinspirerend! Ik zag veel details en combinaties van bepaalde stoffen die ik zelf niet zomaar kon bedenken. De antieke avondkleding was echt supermooi en de modernere stukken waren ook erg leuk (en soms bizar, zoals het leren pak met spijkers) om te zien.
Ik houd sindsdien een oogje open voor andere modetentoonstellingen. Binnenkort komt er een tentoonstelling over het werk van Jan Taminiau, waar ik zeker ook een keertje naar toe ga, zelfs nu dat mijn Museumkaart niet meer geldig is!
Museum Volkenkunde, Leiden – Cool Japan tentoonstelling
Ik heb zo’n 10 jaar lang (moderne) Japanse muziek gepromoot in Nederland en Europa. Dit deed ik door middel van de website JaME, maar ik had ook een bedrijfje met een vriendin waarmee we concerten van Japanse bands organiseerden in Nederland. Ik heb (of misschien is ‘had’ het betere woord nu) dus een sterke binding met Japanse popcultuur.
De Cool Japan tentoonstelling in het Museum voor de Volkenkunde in Leiden, interesseerde me daarom. Ik vond het een leuke tentoonstelling, ook al heb ik voornamelijk iets met Japanse muziek en juist niet met anime/manga of games. Af en toe vond ik dat ze niet erg diep op de subculturen ingingen, maar dat kwam vooral omdat ik al achtergrondkennis had.
We hebben verder nog een kijkje genomen bij de vaste onderdelen van het Museum Volkenkunde, maar ik moet zeggen dat het me niet zo trok.
Sterrenwacht Sonnenborgh, Utrecht
Sonnenborgh is eigenlijk twee musea in een: een sterrenwacht en een verdedigingsbolwerk. Op de verjaardag van mijn vriend besloten we de stad in te gaan en het te bezoeken.
Het eerste gedeelte van het museum gaat niet alleen over astronomie, maar ook over weer. Je kunt zelf allemaal kleine proefjes doen om te kijken hoe bepaalde weersverschijnselen werken. Ik ben absoluut geen beta-mens en ben superslecht in natuurkunde, maar zelfs ik vond het leuk om hier mee aan de slag te gaan. Al heeft dat er misschien ook wel wat mee te maken met het feit dat die interactieve gedeeltes vooral voor kinderen zijn ontworpen, haha! Bij het gedeelte over sterrenkunde, zie je allemaal oude apparatuur en wordt er uitgelegd hoe ze deze vroeger gebruikten. Er zijn twee torens die nu nog gebruikt worden om de sterren te bekijken met een telescoop. Af en toe worden hier ook sterrenkijkavonden georganiseerd. Daar wil ik nog een keertje naar toe!
Het museum zit dus in een bastion, wat vroeger deel uitmaakte van de verdedigingslinie van Utrecht. Je kunt dus afdalen in het gebouw en alle oude ruimtes met prachtige gewelven bekijken. Ik vraag me dan altijd af hoe men daar vroeger geleefd heeft.
Kortom: een erg gevarieerd museum waar je wel een hele middag zoet mee bent.
Louwman Museum, Den Haag
Toen ik in Den Haag/Scheveningen werkte, reed ik bijna dagelijks langs het Louwman Museum. Het museum is eigenlijk de privécollectie van de familie Louwman, die bijzondere auto’s verzamelen.
In Glasgow zijn we ook naar het Museum for Public Transport geweest, en daar deed dit me een beetje aan denken, al is het dus alleen gericht op auto’s. Er stonden prachtige modellen van de eerste auto’s, waarbij je je echt niet voor kunt stellen dat iemand ooit dacht dat een bepaald model een goed idee zou zijn. Ik bedoel, de bestuurder achterin?! Of bungelend aan de buitenkant van een voertuig?
Daarnaast hebben ze allemaal van die prachtige antieke modellen. Laatst keek ik Downton Abbey en raceten ze met soortgelijke auto’s. Ook modernere, gekke uitvindingen zijn er te vinden, zoals een auto met een toilet er in (al werd het toilet eigenlijk alleen als champagnekoeler gebruikt…). De mini-autootjes zijn ook superschattig!
Het museum is echt supergroot dus je kunt er veel tijd besteden. Het is een zeker een aanrader, ook voor volwassenen.
Museum Meermanno in Den Haag
In februari gingen we een weekendje naar Den Haag en zochten we een leuk museum uit. Het Gemeentemuseum trok me ook wel, maar het boekenmuseum Meermanno was gemakkelijker te bereiken en het sprak me iets meer aan.
Het museum is best wel interactief, met proefjes en boeken waar je zelf mee aan de slag kunt. Ik vond het echt superleuk bedacht! Ze gaan ook in op moderne media, zo hebben ze een geprinte versie van Wikipedia… De collectie van mini-boekjes vond ik ook heel grappig. Vooral het gedeelte waar men zelf een miniboekje over het boek Het Eiland van Gerard Mak mocht insturen voor een wedstrijd. Die kleine werkjes zijn zo creatief!
Naast het gedeelte over boeken, is er ook een gedeelte met een verzameling objecten van de baron die vroeger het huis bewoonde. De zolder is echter het leukste: daar is een ouderwetse drukkerij gevestigd. Letterpress en dergelijke vind ik ontzettend tof en wil ik ook nog wel eens zelf doen. Het was daarom leuk om een kleine demonstratie te krijgen.
Rijksmuseum, Amsterdam
Een jaar of tien geleden was ik al eens naar het Rijksmuseum geweest. In het laatste weekend dat onze museumkaarten nog geldig waren, besloten we om de kans aan te grijpen om naar het vernieuwde Rijksmuseum te gaan.
Het was tof om de topstukken, zoals de Nachtwacht weer te bekijken. We besloten verder te gaan naar de verdiepingen met 17de en 18de eeuwse schilderijen. Ik ben ook op zoek gegaan naar het enige schilderij van mijn favoriete schilder, Francisco Goya.
Het was allemaal erg mooi, maar het Rijksmuseum is zo gigantisch groot dat je ontzettend veel tijd nodig hebt om alles te kunnen bekijken. En je hebt ook genoeg afwisseling nodig, denk ik. De Museumkaart is daarom zo ontzettend goed geschikt voor het Rijksmuseum: je kunt meerdere keren gaan voor kortere bezoekjes, waardoor je het leuker en interessanter houdt voor jezelf.
Een vervolg?
Als de Museumkaart een paar tientjes goedkoper was geweest, zou ik hem zo weer aanschaffen. Maar ik heb wel gemerkt dat het vaak moeilijk is om museumbezoeken goed in te plannen. Het afgelopen jaar zijn we naar acht musea geweest en ik heb het idee dat dat er veel meer hadden kunnen zijn.
Wat ik superfijn vind aan de Museumkaart, is dat een museumbezoek nu niet meer zo ‘serieus’ hoeft te zijn. Je hoeft niet per se de complete collectie te bekijken en er alles uithalen wat er uit te halen valt; je kunt ook gewoon meerdere keren voor een kort bezoekje gaan. De drempel of je wel of niet naar een museum gaat, is daardoor ook een stuk lager. Want als het niets voor jou blijkt te zijn, ben je in ieder geval geen geld kwijt.
Er zijn nog een aantal musea waar ik naartoe wil. Bijvoorbeeld het Dolhuys in Haarlem, het Scheepsvaartmuseum in Amsterdam en verschillende kastelen zoals De Haar en het Muiderslot. Dus ik heb zo het vermoeden dat er vast nog wel een vervolgje komt!
Heb jij nog tips voor leuke musea? Laat dan hieronder een berichtje achter.